Door Evelien Kars – Aan de eetkamer tafel, tegenover een van mijn dochters, ben ik de politieke avond van 12 november aan het voorbereiden. Zij is druk met economie. En ik ook, namelijk de heroverwegingsvoorstellen. Er ontstaat een gesprek, waarin ik mij realiseer dat het belangrijk is om uit te leggen.
Zij en ik hebben het over de financiële situatie van de gemeente, die niet echt positief is. Hoe dit dan zo is gekomen. En wat we daar nu aan moeten doen. Ingewikkelde materie. Materie die vaak in oneliners terugkomt, zonder context. Begrijpelijk: uiteindelijk voel je als inwoner de verhoging van de OZB-belasting direct in je portemonnee.
Voor mijzelf is het ook een enorm proces, de eerste keer dat ik mij verdiepte in de cijfers had ik daar echt enkele uren voor nodig. En dan komt de vraag: hoe kan ik het uitleggen aan iemand die er geen uren in kan steken hoe een en ander nou werkt. En het uitleggen is nog lastiger in tijden dat het vertrouwen laag is.
Toch vind ik dat ik dat moet proberen. Ik ben immers volksvertegenwoordiger. En het minste wat ik kan proberen is uitleggen wat ik lees. Dus als u tijd heeft, dan leest u verder. Zo niet, kijk dan op 12 november naar de beeldvormende tafel over de heroverwegingsvoorstellen.
De begroting van de gemeente wordt bepaald door keuzes – keuzes die de raad maakt. Ten aanzien van bijvoorbeeld beleid, op het gebied van muziekonderwijs, sport, groen. Maar ook door verplichtingen die we uit te voeren hebben – de zogenaamde wettelijke taken, bijvoorbeeld WMO. Dit keuzeproces gebeurt altijd in de kadernota, daarin kunt u als inwoner teruglezen wat we als raad hebben besloten.
Al deze keuzes kosten geld. Hoeveel? Soms hangt dat af van de kwaliteit die je met elkaar wilt. Of de benodigde investeringen. Of het aantal mensen die ergens gebruik van maakt. Hoe komen we dan aan geld? Voor sommige taken krijgen we geld van de rijksoverheid. Maar niet altijd genoeg. Daarnaast krijgen we inkomsten uit belastingen, OZB, toeristenbelasting, heffing van leges.
Nu lees ik op veel plekken dat bepaalde investeringen maar niet gedaan moeten worden, ik noem het zwembad, de verbouwing van het gemeentehuis of een parkeergarage. Of dat de gemeente nog efficiënter moet werken, op ambtenaren moeten bezuinigen.
Maar waar gaat het nu eigenlijk om? Het gaat erom dat we bepaalde voorzieningen in Ermelo hebben en willen houden. En natuurlijk wil niemand de OZB-belasting verhogen. We moeten echter wel reëel zijn met elkaar. Doordat bijvoorbeeld bepaalde keuzes in het verleden niet financieel vertaald werden, was de noodzaak tot verhogen van de belasting op dat moment niet aanwezig.
Dat ligt nu anders. De hele raad heeft gezegd dat er een sluitende meerjarenbegroting moet worden opgesteld – we geven niet meer geld uit dan er is. De ene fractie nog iets strakker dan de ander. Daarnaast hebben we een taakstelling (lees bezuiniging) te realiseren van 2 miljoen. Ook willen we een algemene reserve (lees spaarpot) van 5 miljoen aanleggen, misschien zelfs nog meer. En tot slot ook nog een redelijke lastendruk voor de inwoners (hoogte van de belasting).
Het klinkt als het verbouwen van je huis, terwijl je je financiële plaatje voor over 5 jaar veilig wilt stellen (rekening houdend met studerende kinderen, wensen van reizen et cetera), ondertussen nog rekening houdend met stijgende kosten in het huishouden en dan willen we eigenlijk ook nog sparen. Je moet dus keuzes maken. En soms is het een belangrijker dan het ander, of kan je er gewoon niet onderuit.
De gesprekken hierover zijn niet eenvoudig. Keuzes hebben vergaande gevolgen. En dat is nu in beeld gebracht, financieel maar ook maatschappelijk. In de Nota heroverwegingstraject 2020 staat het allemaal, waar komen we vandaan, wat gebeurt er om ons heen, waar willen we naar toe, donkere wolken en financiële lichtpunten. Maar ook de kerntakendiscussie (welke taken is de gemeente wettelijk verplicht te doen), wat is het gevolg van het schuiven in investeringen, de unanieme motie van 15 juli 2020 en het financiële plaatje.
Om de doelen te halen moeten we rigoureus te werk gaan. Met alle maatschappelijke gevolgen van dien. Het college adviseert dat niet te doen. Maar de behoedzame weg te nemen. Ook omdat er nog lichtpunten zijn.
Hoe de raad daarover denkt? Daar komen we de komende maand achter. Op 12 november is de eerste beeldvormende tafel hierover. En 14 dagen later de oordeelsvormende. Het zal dan leiden tot moties om de begroting aan te passen. Waar gaan we op inleveren? Wat willen we beslist niet laten gaan? Hopelijk kan hier eensgezind op worden besloten, dat zal in ieder geval het vertrouwen van de burger ten goede komen dat we met elkaar de belangen zorgvuldig willen afwegen.