Tijdens de raadsvergadering van 15 december heeft de raad ingestemd met de kadernota Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) 2012-2016. Namens PE gaf faadslid Alex Kleijnen aan achter de ambities en uitgangspunten van deze nota te staan. Zorg is er om de toekomstige ontwikkelingen op het gebied van Welzijn, zoals de decentralisatie van taken van het Rijk naar gemeenten. Lees meer in de bijdrage van Alex Kleijnen.
“Goed dat de kadernota WMO 2012 – 2016 er nu is, op tijd ook want de huidige beleidsnota loopt in 2012 af. Globaal genomen zij we niet ontevreden met de voorliggende kadernota
Met de ambities van het college is niks mis:
– dat iedereen de zorg krijgt die hij/zij nodig heeft
– investeren in mantelzorg en vrijwilligerswerk
– realisering van nieuwe woonservicecentra
– versterken van de sociale samenhang in de wijk
De Kadernota WMO 2012 – 2016 dus; een tamelijk uitvoerig verhaal. Goed dat er een soort wapenschouw wordt gehouden, een terugblik op de resultaten die behaald zijn in de eerste 4 jaar van WMO beleid. Dat is niet verkeerd want we kennen allemaal de neiging om alleen maar te kijken naar wat niet goed is of wat nog niet is gedaan.
Wat is er concreet al gerealiseerd …?
De huishoudelijke verzorging is op poten gezet
Er is een WMO loket in het gemeentehuis gekomen
Er is een mantelzorgsteunpunt gekomen
Het Centrum Jeugd en Gezin is geopend
Er is geïnvesteerd in maatschappelijke stages
De visie in de kadernota is duidelijk: (en uit de commissievergadering heb ik begrepen dat de WMO-adviesraad ook zijn krenten in deze pap heeft teruggevonden)
Het gaat om: Meer eigen verantwoordelijkheid, dat de mensen uitgaan van eigen kracht en mogelijkheden, of hulp zoeken/ een beroep doen op ondersteuning uit het eigen netwerk….. pas als het dan allemaal niet lukt of kan, ….dan is er zorg vanuit de gemeente.
En collectieve voorzieningen gaan voor individuele voorzieningen maar maatwerk blijft beschikbaar.
Ook met de uitgangspunten, de prioriteiten die gesteld worden heeft mijn fractie weinig problemen:
– De welzijnsinstellingen moeten meer gaan samenwerken. Dubbelop werk moet voorkomen worden, meer onderlinge afstemming (wie doet wat). De gemeente als subsidieverstrekker wil met de welzijnsorganisaties afspraken maken over de doelen, functies en resultaten. Dat is een goed initiatief.
– Focus op de wijk, het wijkgericht werken. Daar verwachten we het nodige van. Jammer dat het beleid hieromtrent nog moet worden uitgewerkt maar we hebben in de raadsbrief kunnen lezen dat die notitie er in maart aanstaande aankomt.
– Het CJG (Centrum Jeugd & Gezin) moet zich doorontwikkelen.
– Het blijven inzetten op goede ondersteuning van mantelzorgers, streven naar behoud van vrijwilligers want die zijn o zo belangrijk.
– Het in regionaal verband regelingen treffen voor de mensen die begeleidingsbehoeftig zijn.
Er zal dagopvang, dagbestedingsfaciliteiten nodig zijn.
– Inzet van de combinatiefunctionarissen. Die combinatiefunctionarissen kunnen ruim worden ingezet; in de wijk, bij de sportverenigingen en bij de scholen. We zijn benieuwd of dat goed gaat landen.
– En er wordt ook steun verwacht van het verenigingsleven en de kerken. Want de gemeente kan het niet alleen.
– En……. de gemeente voert de regie, dat is ook een uitgangspunt en dat hoort ook zo.
Want het is de gemeente die de plicht en de taak heeft er voor te zorgen dat er een fatsoenlijke sociale infrastructuur, een ondersteuningsstructuur, een vangnet blijft bestaan
De huidige ontwikkelingen zijn niet te vergelijken met 4 jaar geleden. Toen we met de WMO begonnen, in 2007, zag de wereld er nog heel anders uit.
Er was nog geen sprake van economische crisis, van groeiende werkeloosheid, laat staan van een economische recessie. We hielden zelfs geld over op het budget!
Maar vandaag de dag zijn de ontwikkelingen veel uitdagender, meer complex. Dat maakt wat nerveus en geeft een gevoel van urgentie. Gaan we dat redden? Er komt heel wat af op de gemeente:
– toename van de zorgvraag (aantal indicaties voor de verzorgingshuizen neemt af, mensen blijven langer thuis wonen)
– vergrijzing & ontgroening
– zijn er voldoende vrijwilligers, mantelzorgers.
En nu krijgt de gemeente ook te maken met 3 overhevelingen (decentralisaties).
Allereerst de overheveling van de AWBZ begeleidingsfunctie, dan de invoering van de Wet Werken Naar Vermogen en later, in 2015/2016 komt de Jeugdzorg ook naar de gemeente.
De visie die er achter deze overhevelingen vanuit het rijk naar de gemeente zit, is op zich prima: de gemeente als eerste overheid, dichtbij de burger, de ontschotting…. Daar hebben we geen moeite mee. Maar het moet toch nog maar eens hardop worden gezegd: het is natuurlijk een keiharde bezuiniging vanuit Den Haag, want de centen komen niet navenant mee. De fractie van PE maakt zich zorgen. De gemeente krijgt meer taken in het sociale domein, niet zo’n beetje… een toename met meer dan 50 % ! De druk op de gemeente, op het ambtelijk apparaat en op de uitvoering neemt fors toe. Het moet allemaal maar te behappen zijn.
Onze grootste zorg is de WWNV ingaande 2013 …. daar wordt in deze kadernota niet zo veel over gezegd. De naam zegt het al; werken naar vermogen……..niks mis mee. Iedereen die kan werken daarvan wordt verwacht dat hij/zij een bijdrage levert, aan de slag gaat, of zich dienstbaar maakt middels vrijwilligerswerk i.p.v. de hand op te houden.
Sowieso kan de gemeente het zich financieel niet veroorloven. Denk maar eens aan de tekorten bij de sociale dienst. Mensen die nu in een uitkeringssituatie zitten, daarvan mag dus best een tegenprestatie worden gevraagd. Dat staat met zoveel woorden ook in deze kadernota.
Maar om nog even door te gaan op die WWNV: daar zit een groot probleem aan te komen Met de WWNV loopt de gemeente echt een groot financieel risico! Zo wordt de subsidie vanuit het rijk voor de mensen die zijn aangewezen op de sociale werkvoorziening, in de komende jaren met duizenden euro’s afgebouwd. De sociale werkvoorziening is alleen maar voor die mensen die echt een beschutte werkplek behoeven. Iedereen die maar effe kan wordt geacht werk te vinden in het reguliere bedrijfsleven. Alsof dat zo maar kan of dat zo gemakkelijk kan dat iedereen, ongeacht of men nou wel of niet een arbeidsbeperking heeft, werk kan vinden (of behouden). En daar gaat de gemeente last van krijgen want als mensen geen werk kunnen vinden, komen ze terecht bij de sociale dienst.
Met deze kadernota probeert de gemeente zich voor te bereiden op alles wat er aan ontwikkelingen in het sociale domein staat te gebeuren. PE had graag gezien dat er al een doorkijk werd gegeven op bovengenoemde ontwikkelingen en dat er ook al wat meer op werd ingespeeld. Dat missen we wat in deze kadernota. De link en de samenhang die er is tussen de WMO, de sociale dienst en de sociale werkvoorziening, want dat zijn communicerende vaten, het gaat veelal om dezelfde doelgroepen.
We hopen erop dat de komende uitwerkingsnota meer handen en voeten geeft.”